‘Mensen vergeten dat je misschien onbewust altijd aan je eigen pad werkt.’

Geschreven door Elizabeth – DNA Apeldoorn 2022

‘Waar ligt jullie smaak?’  vraagt Jeroen tijdens de introductie van onze masterclass. Hij heeft tegenover ons plaatsgenomen om het inmiddels welbekende voorstelrondje te doen. We hebben deze eigen gemaakt, en dat is grappig om te zien. Waar we in het begin nog lang deden over introducties, weten mijn medespelers en ik het tegenwoordig korter en krachtiger te houden wanneer een nieuwe docent ons vraagt wat over onszelf te vertellen. Met ieder filosofeert hij er op los, maar houdt hij de communicatie direct, bondig, en open. Een voorbode van zijn manier van lesgeven. Wanneer een medespeler en ik vertellen over hoe DNA als per toeval op ons pad is gekomen, moet hij lachen en kijkt hij bedenkelijk. ‘Mensen vergeten dat je misschien dan wel onbewust altijd aan je eigen pad werkt,’ zegt hij. ‘Jullie zijn hier allemaal, op deze zondagochtend, hard bezig jullie eigen pad te maken.’

We beginnen met spelen. De warming-up vloeit over in improvisatiewerk. ‘Het lijfelijk maken van onze acties vloeit over in het ervaren,’ vertelt Jeroen. Ik neem plaats tegenover mijn medespelers om hen op diverse manieren toe te spreken als CEO van een bedrijf dat haar medewerkers slecht nieuws moet brengen. We sleutelen, proberen andere invalshoeken. Neutraal, empathisch, of juist zakelijk – iets wat ver van me af staat en onnatuurlijk voelt. Verschillende reacties vanuit mijn medespelers worden getest. Ze zijn begripvol, emotioneel, of juist grof en brutaal. En stukje bij beetje, wanneer ik mijn posities aanpas of bewuster op dat ene (bijna automatische) wenkbrauwtrekje ga letten, begin ik te snappen wat hij bedoelt. Dat spelen laten gebeuren, en tegelijkertijd regisseren is.

Hoeveel ik ook hou van de tijd die ik fysiek actief mag doorbrengen op de vloer, begint en eindigt het denkwerk – maar vooral het leerwerk – aan de zijlijn. Wanneer ik mijn medespelers mag bekijken, elk diverse opzetjes uitspelend en deze langzamerhand uitwerkend met Jeroen, ben ik als een gedreven kind in een klaslokaal. IJverig aan het schrijven, trachten te begrijpen welke metaforen wat bedoelen, en ook al bezig in mijn hoofd deze te implementeren in mijn eigen toekomstige spel. Zo kopieer ik de dingen die ik zie, om ze hopelijk uiteindelijk te kunnen plakken op de tekst- en improvisatiescenes in de eindpresentatie.

Jeroen vertelt ons over doelen binnen een scène, en het navigeren van een mentale route – en dat alle stops binnen deze een waarde moet worden verleend. Feitelijk zijn we constant bezig met characterbuilding. Hij vertelt ons over de basics van een personage, en hoe de opbouw ervan in kleine dingen schuilt. In hoe iemand snel of langzaam praat, geaard of juist verstrooid oogt, of iemand wel of geen oogcontact maakt met zijn tegenspeler. Maar wat hij vooral op ons hart drukt: welk gevoel er wordt opgeroepen bij de kijker in communicatie zegt veel over een personage. ‘Met alle kleine signalen, de kleuren, die de acteur afgeeft, maakt iedere kijker zijn individuele schilderij.’ Deze signalen mogen volgens Jeroen soms ook variëren – veranderen en wisselen van toon in een dialoog is immers menselijk. En wanneer ik het zie gebeuren bij mijn medespelers, klikt het. Het is dan als een goochel act waarvan ik de truc doorheb. Laten gebeuren, maar regisseren.

Aan het einde van elke les verbaas ik me weer over de nieuwe hoeveelheid kleuren die in ons palet worden bijgezet– om maar even in Jeroens metaforen te blijven spreken. En om dat elke week samen met nieuwe vrienden te mogen doen, is rijkdom. Jeroen, enorm bedankt voor deze intense, interessante, veel te korte, maar vooral leerzame les!